All language subtitles for La.Comunidad.(2000).720p

COMMON WEALTH

Ik luister.
Je hebt werk gevonden in een disco.

Ga je daar de boekhouding doen?

Hoezo, bij de ingang?
Als uitsmijter?

Ben je gek? Uitsmijters krijgen
altijd klappen. Vertel straks maar.

Niet boos worden.
Maar je belt wel erg vaak.

Sorry.
Natuurlijk hou ik van je.

Ik ben gewoon nerveus.
Omdat ik nog niets verkocht heb.

Ja, alleen de eerste week,
maar daarna niets meer.

Bovendien staan de klanten
al een half uur buiten te wachten...

...en het is koud en het regent.
Niet echt weer voor een mantelpakje.

Jij hebt geluk. Jij kunt lekker
in je trainingspak werken.

Hoezo netjes?

Heb je een pak moeten huren?

Ben je achterlijk of zo?
Zij moeten een pak voor je kopen.

Een brandweerman
hoeft toch ook geen helm te kopen?

Ik spreek je straks wel.
Een dikke kus.

Ik hou heel veel van je.
Dag.

Wat een zeur.

Julia García, van het makelaarskantoor.

Ik sprak net een klant
die erg geïnteresseerd is in deze woning.

Had ik al gezegd
dat het een prachtige woning is?

Ja, dat zei u.
- Door de telefoon.

Kijk nou toch eens.

Let op de voordelen:
De metro is om de hoek. Centrale ligging.

Scholen in de buurt
en speelplaatsen voor de kinderen.

We hebben geen kinderen.
- Groot gelijk. Ik ook niet.

Dan kan je lekker naar de bingo.
Om maar een voorbeeld te noemen.

Alles ligt hier op loopafstand.

Er is dus geen garage.
- Nee, niet echt een garage.

Eens kijken.
Het is vast deze.

In dit soort woningen
staan vaak oude meubels...

...en hangt er nog behang
uit de jaren '70.

Luis, we gaan.
Ik zie het al voor me.

Precies, je moet je fantasie gebruiken.

Vaak wonen hier oudere mensen.
Een beetje onverzorgd en zo.

Of het is er smerig,
of het stinkt er.

Maar dat is hier niet het geval.

Dit is gewoon een geweldige flat.
Je kunt er zo in.

Compleet ingericht. Schilderijen, lampen,
televisie, radio, bank...

Een slaapbank, volgens mij.
Nee, een echte bank.

En dit is echt leer.
Kan niet beter.

Niet die rare kunststof die ik thuis heb.

Dat gebeurt me nu iedere keer.
Ik zou 'm zo zelf willen kopen.

Smaken verschillen natuurlijk.
En ik wil u niets opdringen.

Maar woont de eigenaar hier nu?
- Nee, hier staat dat het vrij is.

Als u tekent, kunt u er morgen in.
Wat denkt u ervan?

Mogen we de andere kamers zien?
- Natuurlijk.

Eerst maar de slaapkamer.

Of eerst de kasten.
Kijk hoe ruim ze zijn.

Volgens mij is de slaapkamer...
Even kijken.

Wat een prachtbed.
- Minstens twee bij twee.

Het is een waterbed,
zoals in Las Vegas.

En de prijs?
- Niet dat ik in Las Vegas ben geweest.

Ik bedoel, het is geen campingbed.

En als u geen golven wilt,
kunt u ze vast wel uitzetten.

Er zal wel een knop zijn.

Ik vroeg naar de prijs.
- Hebben ze die niet genoemd?

Denk er maar over na.
Ik geef jullie mijn kaartje.

Niet te veel.

Je lijkt wel zo'n buikspreekpop.

Lach maar. Weet je wie ik tegenkwam
toen ik uit de discotheek kwam?

Wie?
- Antonio Pesadas.

Die ook
bij de verzekeringsmaatschappij werkte.

O ja. Dat onuitstaanbare ventje.
- Ja. Nu is hij taxichauffeur.

Hij werd ook ontslagen.
- Om dezelfde reden als jij.

Ik heb ze geen reden tot ontslag gegeven.
Het was een reorganisatie.

Dat bedoelde ik.
Hij was vast ook overbodig.

Ik weet niet of ik overbodig was.
Insinueer je dat ik overbodig was?

Wat kun jij toch zeuren.
Het is al vier jaar geleden.

Jij herinnert me eraan. Je zegt dat ik
ontslagen ben omdat ik overbodig was.

Misschien was Pesadas overbodig,
maar ik was onmisbaar.

Wat moet dit voorstellen?

Een romantisch etentje.

Van wie is dit huis?

Van niemand.
Maar aangezien ik de sleutel heb...

Dit is een van de woningen die
je moet verkopen en je gaat hier koken?

Ga nu niet de braverik uithangen.
- Dat doe ik niet.

Ik zeg alleen dat jij maar doet
wat je wilt, zonder te overleggen.

Als we klaar zijn, maken we alles schoon.
Niemand hoeft het te weten.

Als ze het ontdekken, sta je op straat.
- Het is toch maar tijdelijk werk.

Bovendien is het het waard.
Er is een jacuzzi.

Wat?
- Hydromassage en Finse sauna.

Finse sauna?
- Maar dat is nog niet alles.

Kom.

Het beweegt.
- Het is een waterbed.

Je kan de temperatuur regelen
en golven maken.

En als je 'm stil wilt zetten?
- Er zal wel een knop zijn.

Niet doen.

Je weet toch
dat ik me eerst moet ontspannen.

Dat probeer je al zes maanden.
- Zo lang al?

Ik word nerveus van het idee
dat er iemand binnen kan komen.

We zijn alleen.
Ik zorg er wel voor dat jij je ontspant.

En dat geluid?
- Dat zijn de verwarmingsbuizen.

Nee, het is de tv van de buurman.
Die wanden zijn echt heel dun.

Laat je toch niet afleiden, schat.

Als wij hen horen,
horen zij ons vast ook.

Hou toch op met die paranoia.
Ze zullen blij zijn als ze ons horen.

Haal 'm weg.

Wat nou weer? Wat smerig.
Waar komen ze vandaan?

Ik zei toch
dat we niet moesten blijven?

Begin niet weer over je schuldcomplex
uit je jezuïetentijd.

We zijn ook schuldig.

Je hebt gelijk. We zijn schuldig.
We neuken als wilde beesten.

Maar dat weten de kakkerlakken niet,
dus hou erover op.

Je hebt gelijk.
Maar ik vind ze zo vreselijk smerig.

Ik ook. Weet je wat? We doen de deur
dicht en gaan naar de huiskamer.

Laten we alles opruimen
en naar huis gaan.

Nee, we blijven hier.

Waarom?
- Omdat ik dat wil.

Thuis is het koud en kan ik niet slapen.
En dit is een bijzondere avond.

Een heksennacht, zeker?

Je hebt er geen zin in.
- Vind je het niet erg?

Nee hoor, we leven toch al als oudjes.
We kunnen net zo goed met pensioen.

Dat zou zo slecht niet zijn.
Vandaag werd ik door een jonge knul...

...met de dood bedreigd
omdat ik om z'n pas vroeg.

Wie wordt er dan ook uitsmijter?

Ik had gezegd dat ik alles deed,
als het maar werk was.

Zal ik de tv aanzetten?
- Is die van de buurman niet genoeg?

Het toppunt van romantiek.

De gier, de doodgraver
van de natuur, is een lijkenpikker.

Zodra een gier bij z'n prooi neerdaalt,
krijgt hij gezelschap van z'n kameraden.

Een jakhals neemt deel
aan het sinistere feestmaal.

Mijn god.
Ricardo, word wakker.

De afspraak van negen uur.

Wakker worden.
- Laten we nog even blijven.

Nu wil je wel.
Jullie mannen zijn vreselijk.

We hebben nog wel wat tijd.
- Ja, om ons aan te kleden.

Vanwaar die bel?
- Ze willen erin.

Wie?
- Kopers. Moet ik dan alles uitleggen?

Verdomme. Dit gaat niet.

Carlos Manzanares? Julia García.
Ik verwachtte u al.

Let op de voordelen:
De metro is om de hoek. Centrale ligging.

Scholen in de buurt,
en kinderspeelplaatsen.

Ideaal.

Echt leer.
Deze bank gaat 'n leven lang mee.

Wat doet dit hier?
- De bank is vlek-afstotend.

Ik laat u de slaapkamer zien.
Of eerst de keuken.

Compleet ingericht.
Er is zelfs een broodrooster.

Ik zei toch dat we beter
de keuken konden bekijken?

Wat is dit?
- Een vochtprobleem. Wat doet u?

De brandweer bellen.
- Dit lossen we toch zelf op?

Hier kan beter iemand naar kijken.
- Er staat vast ergens een kraan open.

Als ze dit op m'n werk horen,
is het over.

Stop.
Hier is het.

Kom, snel.

Wat is er gebeurd?
- Vandaag is de dag.

De oude man? Ongelooflijk.
- Er is vast iets ergs gebeurd.

Wat heb ik hier vaak voor gebeden.

Als het maar geen loos alarm is.
- God verhore je.

Waarschijnlijk staat er een kraan open.

Opzij.
- Dit is mijn huis.

Sorry.
Het is die deur.

Naar achteren, alstublieft.
We hebben ruimte nodig.

Hebt u niets beters te doen?

Wat doen jullie?
- Trek iets fatsoenlijks aan.

Je lijkt wel een travestiet.

Waarom bellen jullie niet aan?
- Bemoei je er niet mee.

Hij heeft gelijk.

Er was toch niemand? Hebt u
ons laten komen om aan te bellen?

Ik heb u niet gebeld.
- Gewoon die deur intrappen.

En als hij in slaap is gevallen?
- Echt niet.

U kunt aanbellen tot u scheel ziet,
maar hij doet nooit open.

Die man is gek. Straks laat hij het gas
openstaan en vliegen we de lucht in.

Harder. Ik help u wel.
- Niet aan mijn bijl komen, mevrouw.

Het lijkt wel of hij vastzit.

Er zit een stang voor.
- En kettingen.

Zijn ze nu nog niet binnen?
- We moeten María waarschuwen.

Dit lijkt wel een circus.
Wie is hier de beheerder?

Hij is naar Disneyland gegaan
met de kinderen.

Naar die in Parijs,
niet die van Walt Disney.

Dit noem ik nou een slechte timing.

Maar bent u niet de beheerder?
- Nee.

Zij? Wie is dat?
Wij kennen haar nergens van.

Ze heeft 't huis
van de ingenieur gekocht.

Niet echt gekocht...
- Julián Chueca, van de videotheek.

We ontmoetten net uw man
in de portiek.

Heel deftig.
- Hij werkt in een casino. Als croupier.

Wat gek.
Hij zei dat hij naar de discotheek ging.

Het is een discotheek-casino.

Wat denk je ervan?
- Rotaflex.

Iedereen naar beneden.

Ik kwam even kijken.
- Iedereen naar beneden.

Waarom mogen we niet blijven
als we hier wonen?

Omdat ik het zeg.
- U hoeft niet zo'n toon aan te slaan.

Naar beneden.
- Maar zij blijft wel.

Wat een stank.
Wat is dit?

Wat een bende.
- Waar kom jij vandaan?

De deur stond open...
- Niets aanraken. Dit is geen grap.

Daar is de lekkage.
Vast een gesprongen leiding.

Hoe gek moet je zijn
om hier te wonen?

Ik kende hem niet. Ik woon hier pas.
- Hoort u dat ook?

Onze vriend is televisie aan het kijken.

Afschuwelijk.

Wat doet u hier?
- Hij is dood.

Natuurlijk is hij dood.
Dit komen we dagelijks tegen.

Hij is vast al weken dood.

Een alleenstaande man.
Niemand die naar hem omkijkt.

En die stank?
- Dat is de geur van rottend vlees.

Waarschijnlijk heeft de kat al
aan hem geknabbeld.

Ik verzeker u, dat ziet er niet best uit.
- Kom hier. Hou op met lullen.

Hallo?

Bent u daar?

Wat doet u?

Wat zoekt u?

vijftien mannen
liggen in de doodskist

Til hem een beetje op. Wat doe je?
- Gaat niet. We moeten hem buigen.

Hoe dan?
Til hem op, dan lukt het wel.

Hij was vrij arrogant.
- Kunt u ons even een handje helpen?

Hierlangs.
- Pak aan.

Het was zo'n trotse man.
En kijk nu.

Verdomme, straks vallen we.
- Rustig.

Doorlopen.

Wat langzamer.
- Wat stinkt die vent.

Dat werd tijd.
- Is hij echt dood?

Zo is het wel genoeg.
Dames, alstublieft.

Niet duwen.
Waar zijn uw manieren?

Is zij het?
- Die van het mantelpakje.

Hoe is ze binnengekomen?
- Zij belde de brandweer.

Stomme trut.

Een kruiswoordpuzzel?

Hallo, schat.
Nee.

Ik ben in een café.

Ja, de brandweer is gekomen.
Een gesprongen leiding of zo.

Waarom heb je gezegd
dat het onze woning was?

Nu denkt iedereen dat we hier wonen.
Ik bedoel: daar.

Dat is wél erg. Straks komen ze er
op mijn werk achter.

Ik kan er maar beter
nog een nacht doorbrengen.

Ga jij naar huis?
Dan zie ik je morgen.

Voorzichtig met die enge knulletjes.
Een kus.

Het geheim is Meneer Schoon.

Een kind kan de was doen.

Je hebt alles onder handen genomen.
Alleen mijn rug nog.

Meneer Schoon neemt u
het werk uit handen.

Het geheim is Meneer Schoon.

Als Ricardo dit hoort,
vermoordt hij me.

vijftien mannen
liggen in de doodskist

Hij beweegt.

Wat doe je?

Ik moet die vrouw spreken.

Met een mes? Je bent gek.
Geef me dat mes. Geef op.

Wie komt eraan? Is zij het?
- Stil, ik hoor niets.

Laat mij eens zien.

Ga opzij.
Zo is het wel mooi geweest.

Wat?
- Sorry?

Gaat u het vuil wegbrengen?
- Ja, het is een bende na de verhuizing.

Wacht.
Blijft u daar staan.

Geen probleem, dat doe ik wel.
- Nee, ik loop met u mee.

Ik vind het helemaal niet erg.
- Maar ik wel.

En uw man?
- Hij ligt uitgeput op bed.

U weet 't: Verhuizen is slopend.
- Dat weet ik niet.

Ik ben hier geboren
en ik wil hier sterven.

Ik heb u niet veel spullen zien brengen.
- We konden er zo in.

Hebt u de ingenieur gekend?
- Wie?

De vorige eigenaar.
- Nee, ik kocht het via een makelaar.

Ik zou nooit via een makelaar verkopen.
- Waarom niet?

Het zijn dieven.
Ze vangen geld en doen er niets voor.

Gaat u mee naar boven?
- Ik wil even sigaretten kopen.

Sigaretten.

Nee, wacht.

Wat is er?
- Er zit alleen papier in.

Even wachten.

Mijn man scheidt al het oud papier.
- Ja, dat zal dan wel.

Tweehonderd
maal vijfduizend in elk pak...

...maal tweehonderd pakjes...

Driehonderd miljoen.

Rustig blijven.

Ik ben 'n volwassen vrouw.

Dit zijn de feiten
en die moet ik gewoon accepteren.

Ik ga heus niet door het lint.
Echt niet.

Ik ben multimiljonair.
Niet meer en niet minder.

Ik ben steenrijk.

Ik kan van de rente gaan leven
en ik hoef nooit meer te werken.

Ik kan de wereld rond,
zo vaak als ik wil.

Zal dit alles
met me aan de loop gaan?

Nee, ik ben nog steeds dezelfde.

Miljonair, maar dezelfde.

Wat doe jij hier?
- Wil je me soms niet zien?

Nee. Ik bedoel:
Je zei dat je naar huis ging.

Dan ga ik.
- Hou op. Wat is er gebeurd?

Ik ben weg bij de disco.
- Je bent ontslagen.

Ik ben zelf gegaan. Waarom
denk je altijd dat ik ontslagen word?

Wie heeft dat gedaan?
Dat knulletje van twaalf?

Nog erger. Mijn baas.
In opdracht van de vader van dat jong.

Ik heb het twee dagen uitgehouden.
Ik ben de koning van de uitsmijters.

Ik ben King Kong,
de stomste gorilla ooit.

Wil je een biertje?
- Toe maar, we hebben zelfs bier.

Gaan we hier definitief wonen?
- Ik moet je iets belangrijks vertellen.

Nu niet. Bewaar het slechte nieuws
maar voor morgen.

Integendeel. Stel dat er iets gebeurt
wat alles in één klap verandert.

Ik bedoel alles. Echt alles.
Een gelukstreffer.

Hou op over treffers.
Ik heb helemaal niets.

Ik ben geslagen en vernederd.
Ik voel me belachelijk.

Ik wil het liever niet weten.
- Zoals je wilt. Dan niet.

DE STERKSTE DRUG
IS NIET DE SNELHEID

MAAR HET GELD

Wat vind je mooier,
een Rover of een Mercedes?

Een Mercedes heeft klasse.
Hij is stijlvol.

Als ik reïncarneer, wil ik terugkomen
als een klootzak met zo'n bak.

Denk maar niet dat jij of ik
ooit in zo'n auto zullen zitten.

Tenzij je de taxi van Pesadas neemt.
Die lul had een Mercedes.

Je krijgt een verbitterd karakter.
- Ik had toch geen karakter?

Hij was niet verbitterd.
- Dus je noemt me verbitterd.

Geweldig. En jij dan?
Jij kijkt op mij neer.

Wat?
- Doe niet zo beledigd.

Je blijft maar zeuren dat mensen
me niet moeten. 'Ben je ontslagen?'

Waar heb je het over?
- Je hoort het.

Ik snap best dat je moe bent
en dat je alles somber inziet...

...maar dan hoef je nog niet
vervelend te doen.

Deze vervelende persoon
heeft anders wel de kar getrokken.

Welke kar?

Onze relatie, de rekeningen,
de huur, alles.

Laten we gaan slapen.
We hebben het er morgen wel over.

Eerst leefden we van mijn salaris,
maar nu werk je als makelaar...

...en wrijf je me elke dag onder de neus
dat jij hier de broek aan hebt.

Ik heb je wel door. Romantisch etentje...
Met mij gaat het slecht.

Ik kan geen Audi of Mercedes kopen.
Punt uit.

Ik had goed nieuws, maar ik heb
geen zin meer om het te vertellen.

Ik heb ook geen zin meer.
Om hier te zijn.

Waar ga je heen?
- Naar huis.

En waarom? Omdat we ons nooit
zo'n huis zullen kunnen veroorloven.

Maar daar wil jij niet aan.

Ik kan niet dromen van zo'n huis,
of zo'n auto, of zo'n reclame-meid.

Dus moet je je tevreden stellen met mij.
- Dat zei ik niet.

Dat zei je wel.
Uit de grond van je hart.

Andersom moet jij je ook
met mij tevreden stellen.

Ik wacht tenminste niet m'n leven lang
op een gelukstreffer.

Wat?
- Je weet niet wat je mist.

Bedien mevrouw even.

Alles naar wens?
- Het beste ontbijt in heel Madrid.

Heb je hier ergens een krant?
- Anders verzin ik er wel een.

Neemt u me niet kwalijk...

Zat Napoleon gevangen op Elba,
de Canarische Eilanden of Schateiland?

Wat zeg je?
- Trivial. Ik heb nog tien punten nodig.

Ik gok Elba.
- Goed.

Op de versiertoer?
Pas op, hij zit achter de vrouwtjes aan.

Hoe durf je dat te zeggen?
Ik vroeg naar Napoleon.

Hij hangt hier rond
en ik krijg van z'n ma op mijn kop...

...omdat hij het huishoudgeld op maakt.
- Je mag wel wat meer respect tonen.

Mijn moeder
heeft hier niets mee te maken.

Jij woont toch op de vijfde?
- U bent de nieuwe buurvrouw.

Ik ben Julia.

Aangenaam.
Als ik iets voor u kan doen...

Ik moet gaan. Ik ben bijna
aan de beurt bij de slager. 35.

Daarnet waren ze bij 25.

Het is 1525 peseta.
Niet duur voor Madrid, toch?

Ik vrees dat dat niet gaat.
- Is het niet geldig?

Jawel, nu met de EU
is het allemaal geldig.

Je wisselt 't gewoon, bij de bank.
Maar dit wordt je aangeboden.

Door wie?
- Oswaldo, die Cubaan die net vertrok.

Hij is dansleraar.
Echt een kei.

Hij danst merengue,
salsa, de son, de lambada...

Een echt dansbeest.
- Bedank 'm maar als je hem ziet.

OUDE MAN STERFT
VOOR DE TV

DE 81-JARIGE CIFUENTES
GISTEREN DOOD GEVONDEN

Wat doet u?
- Daar bent u.

Ik heb het weggehaald.
Siliconen.

De een of andere knul
spuit alle sloten dicht.

U hebt het vast druk.
Ik ben op de derde, als u me nodig hebt.

Let op uw spullen.
Er wordt veel gejat.

Hallo?
Hallo, hoe gaat het?

Nee, ik ben
in het ziekenhuis bij mijn man.

Hij is in elkaar geslagen
in een discotheek.

Zo'n twintig man,
met van die honkbalknuppels.

Ze hadden het op hem gemunt.
Daarom kon ik niet komen.

Een woning laten zien?
Het komt nu niet zo goed uit.

Welke? Andere kopers...
Die ene woning?

Wanneer komen ze?
Nu?

Ik ga er meteen heen.
Ik ben er in vijf minuten.

Nee, je hoeft niemand te sturen.

Nee, niets ernstigs. Iets met zijn hoofd
of rug. Dat heb ik niet meegekregen.

Sorry. Ik heb weinig bereik.
Ik spreek je later.

Julia García, van de makelaar.
- Als we ongelegen komen...

Nee, kom vooral verder.

Let op de voordelen:
De metro is op een steenworp afstand...

Hoewel jullie me meer types
voor de taxi lijken. Centrale ligging.

De bingo is om de hoek.
Een flinke cocktail en zingen maar.

En verder de scholen, de kinderen...
Jullie hebben geen kinderen.

Hoe zegt u?
- Jullie zijn meer van de schaar.

Denkt ze dat we
een ijzerhandel hebben?

Dat stond bij jullie gegevens:

Lesbische taarten zoeken woning
om schaartje te spelen.

Alstublieft.
- Wat zegt ze nou?

Dus u denkt er over na?
We houden contact, afgesproken?

Hou je mond.
Snap je het dan niet?

Hallo. Ik kom ongelegen.
Gaat u op reis?

Ik blijf maar lopen.
En nu met het ongeluk van mijn man...

Ik wilde 'm wat kleding brengen.

Wat is er gebeurd?
- Aangereden door een vrachtwagen.

Het spijt me.
- Het was verschrikkelijk.

Door de lading chemicaliën
is z'n gezicht misvormd.

Wat afschuwelijk.
Dan kom ik wel zeer ongelegen.

U kunt er toch ook niets aan doen?

Ik kwam u uitnodigen voor een feest.
- Ja?

Wanneer is het feest?
- Vanavond. Bij mij thuis.

Elk jaar vier ik de dag
dat ik in Madrid kwam. Puur sentiment.

Ik zou het ook vieren.
Kortom, ik zal er zijn.

En uw man?
- Hij vindt alles best.

Ik stoor toch maar, in het ziekenhuis.
Die buisjes en scanners... Snapt u?

U wilt gewoon uw zinnen even verzetten.
- Precies.

Ik reken op je, vanavond.
- Rond negen uur?

Perfect.

Nog bedankt voor de koffie.

We hebben ons doel in het vizier.
We wachten op instructies.

Breng haar naar de Donkere Kant.

En gebruikt het laserzwaard.

Ik voel de Kracht.
Ik kan hem duidelijk voelen.

Daar komt ie.
De Kracht.

Doe de deur open. Ik weet heus wel
wat je daar doet, viespeuk.

Laat dat.

Hallo, met Julia.
Ken je me nog?

Julia García.
- Klopt. Dat is lang geleden, hè?

Ik wilde je iets vragen.

Aangezien je bij een bank werkt...
- Het is maar 'n kleine vestiging.

Je zult er vast om lachen.

Een vriendin heeft contant geld geërfd.
- Contant? Dat is onmogelijk.

Het zal wel onder het matras
hebben gelegen.

Als ze bij de bank vragen stellen...
- Zit je in de nesten?

Wat? Hoe kom je daar nou bij?
- Om hoeveel geld gaat het?

Laten we zeggen driehonderd miljoen.
- Dat kan toch niet?

Dat past toch best onder een matras?
- Dat is uitzonderlijk.

Stel, iemand komt de bank binnen
met een koffer vol geld.

Wat zou jij doen?
- Ik zou de politie bellen.

Echt?
Dat zou je eerste reactie zijn?

Ik zal het tegen haar zeggen,
dan moet ze maar zien.

Groetjes. We spreken gauw af.
Dan kunnen we bijkletsen.

Ze zou de politie bellen.
Stommeling.

Ze is er.
- Is iedereen klaar?

Wat een verrassing.

Ik was niet in de stemming,
maar ik ben toch gekomen.

De stemming zit er goed in.

Ik wil je aan iemand voorstellen.
- Hallo, ik ben Emilio.

De beheerder? Aangenaam.
Hoe was het in Eurodisney?

De tamtam werkt goed.

Ik woon hier nog maar pas,
maar ik ken iedereen al.

Het was geweldig. Als een droom.
Een kinderparadijs.

Is uw gezin hier ook?
- Nee, zij hebben nog vakantie.

En ik ben weer aan het werk gezet.

Iedereen op dit feest woont hier, toch?
- We vormen een hechte gemeenschap.

We hechten in dit gebouw veel belang
aan het algemeen welzijn.

Sommigen wonen hier hun hele leven al.
- Ramona werd hier geboren.

Klopt. Die ken ik al van jongs af aan.
Proost.

Weet je zeker
dat ze de woning niet verlaten heeft?

Sinds de Cubaan daar was niet.

Ik kan hier niet tegen.
Emilio heeft van die rare ideeën.

Dat heb ik al zo vaak gezegd.
Ze laten zich door hem omlullen.

Wat zou u doen?
- We hebben haar toch hierheen gelokt?

Waar wachten we dan op?
Ik zou wel weten wat ik moest doen.

Zonder dat Emilio het weet?
Niemand verlaat dit pand.

Cuqui, dit is ons liedje.
Kom op.

Wat liedje? Ik heb geen liedje.
Doe niet zo belachelijk.

Ga maar met die idioot dansen.

Neem het 'm niet kwalijk.
Hij is een gepassioneerd man.

Wat bedoelt u met gepassioneerd?
- Hij is gepassioneerd in wat hij doet.

Als hij iets doet, doet hij het goed.
- Dat valt wel mee, hoor.

Elke avond zitten we op de bank
voor de tv.

Ik hoef niets te weten
over uw privé-leven.

Jullie zijn de laatste tijd zo close.
Net tortelduifjes.

Stiekemerd. Ga maar dansen.
Je weet niet wat je zegt.

Bazige trut.

Waarom doe je je jasje niet uit?
- Ik wil 'm aanhouden.

Je wilt gewoon niet
dat de vrouwtjes je pens zien.

Ik heb je heus wel zien vreten, hoor.

Wat een pech, op uw eerste dag.
- Ja, de dood van die oude man.

Nee, we bedoelen uw man.

O, het ongeluk.
Ja, echt vreselijk.

Ongeluk?
Hij was toch in elkaar geslagen?

Ik noem het een ongeluk omdat ze hem
voor iemand anders aanzagen.

Kende u de man van de vijfde?
- De dode?

Iedereen kent hier iedereen.
- Het was een rare vogel.

De hele dag maar in huis.
Hij kwam nooit buiten.

Hij won de voetbaltoto en sloeg door.
- Won hij de toto?

Ja, een van veertien vakjes.
- Dat is al lang geleden.

Hij bleef thuis omdat hij bang was.
- Stel je voor: Bang voor ons.

Mag ik al weg?
- Emilio zei dat we hier moesten zijn.

Je hebt me gedwongen
om te tekenen.

Wil je soms zoals die ingenieur eindigen?
Je hebt genoeg gedronken.

Hoe gaat het?
- Geen idee. Het is een slimme tante.

Maar ze heeft het geld.
- Dat weten we nog niet.

Ramona zag haar met zakken sjouwen.
- Zij ziet wat ze wil zien.

Waarom doorzoeken we nu
haar flat niet?

Hoe wil je er binnenkomen?
We moeten niets overhaasten.

We hadden het meteen
goed moeten aanpakken.

Eurodisney heeft het grondig verpest.

Dan ga ik één keer op vakantie...

Het is je toch maar mooi gelukt
om met de brandweer mee te lopen.

Dat moet een soort grot zijn geweest.
- Ja, zoiets.

Wat was het eerste wat je zag?

Kakkerlakken, vuilniszakken, troep.
- En verder niets?

Je vindt ons vast morbide.
Omdat we zo aandringen.

We hadden geen idee
hoe het er vanbinnen uitzag.

U kunt het ook aan hem vragen.
Hij was er ook.

Domínguez?
Daar heeft hij niets over gezegd.

Die lul gaat naar binnen
en vertelt ons niets.

Sorry dat ik je alleen liet.
Waren ze vervelend?

Nee, ze zijn heel aardig.
Iedereen, eigenlijk.

Voor mij is het een tweede familie.
Ik heb veel geluk gehad.

Jammer dat er geen jonge mensen zijn.
Zoals wij.

Dit feest valt onder het kopje
'sociale plicht'. Ze zijn dol op dansen.

Ze hebben gewoon een leider nodig.
Dansen?

Ik ben te verlegen.
Ik dans alleen op bruiloften.

Ik leid wel.
- Nee, echt niet.

Kom hier.

Je hoeft heus niet mee te lopen.
Jullie Cubanen zijn te hoffelijk.

Ik zorg graag voor 'n vrouw.
- Dat zeg je vast vaker.

En het werkt.

Schandalig. We zijn als eerste
vertrokken, en ook nog samen.

We kunnen allebei
naar ons eigen huis zijn gegaan.

Jij was al thuis.
Jij hoefde nergens heen.

Dat is waar ook.
Ik ben dronken.

Ze zullen wel denken...
- Dan mogen we ze niet teleurstellen.

Als ze het toch al denken,
kunnen we het beter waarmaken.

En je man dan?
- Steeds dat gezeur over mijn man.

Ik ben net gebeld vanuit het ziekenhuis
dat hij gestorven is.

Echt waar?
- Je hoort het.

De anesthesie deugde niet.
Hij kreeg een hartaanval.

Maar daar wil ik nu niet aan denken.
Wat ik wil...

Jij wilt gewoon je zinnen verzetten.
- Hoe raad je het.

Geweldig, hè. Hij kan golven maken.
Die ingenieur had een goede smaak.

Heb je hem gekend?
- Zo goed als.

Jullie hebben het zo vaak over hem.

Wat is er met het plafond gebeurd?
- God toonde mij zijn toorn.

Laten we hem daartoe
dan ook echt aanleiding geven.

Laten we dit bed ontheiligen
en iets wilds doen.

Wacht.

Ik heb ijs in de keuken.
- Lekker. Maar wel opschieten, hè.

Je bent 't ijs vergeten.

Werden we afgeluisterd?
- Domínguez wordt in elkaar geslagen.

Vast door Castro, van de derde.
Gebeurt wel vaker. Komt door de drank.

Wat was dat?
- Wat, lieverd?

In de huiskamer.
Er is iemand in de huiskamer.

Schat.
- Stil...

Julia, kom terug.

Wat moet dit voorstellen?

Wat doen jullie hier?

Hoe zijn jullie binnengekomen?

Ga onmiddellijk mijn huis uit.
- Jouw huis?

Kom, we gaan.
- Ik bel de politie.

Zou je dat wel doen?
- Laat dat.

Wat bedoelt u?
- Dat valt nog te bezien.

Ga het nu niet verknallen.
- Zeikwijf.

Ordinaire trut.

Het spijt me heel erg.

Laat los. Die is niet van jou.
Ik koop er wel een voor je.

Kom, we gaan.
Opschieten, wegwezen.

Ongelooflijk.
Ze stonden daar alsof er niets...

Mijn huis uit.

Ik wil dat je nu vertrekt.

Jullie hebben dit allemaal
samen bekokstoofd.

Je bent meegegaan
om de deur te openen.

Hoe heb ik zo stom kunnen zijn
om te denken dat jij... Ga weg.

Ik hoop dat je net zo onschuldig bent
als je eruitziet.

Wegwezen.
Oprotten.

Halt.
Waar gaat u heen?

Wat is er gebeurd?
- Ze willen me doden en dat is uw schuld.

Ik heb hier niets mee te maken.
- U liegt.

U hebt ze gezegd dat ik het geld heb.
- Wat wilt u?

Ze staan ons beneden op te wachten.
Ze zullen ons vermoorden.

U bent gek.
- Ik? Zij zijn gek.

De ingenieur trok dit niet
en is spoorloos verdwenen.

Ik weet niet waar u het over hebt.
- Luister dan goed.

Toen de oude man nog leefde, hielden
we hem dag en nacht in de gaten.

Het hele jaar door. Jarenlang.
- Hoe wisten ze dat er thuis geld lag?

Omdat de bank
de zakken geld kwam brengen.

Vijfhonderd miljoen.
- Het was driehonderd miljoen.

Iedereen zei dat 't vijfhonderd was.
- Ik heb het geteld.

Geeft niet.

Eerst was het als een droom
die ons overeind hield.

We wachtten op de dag
dat hij zou sterven.

Maar nu is hij dood en het geld is hier.
We moeten een uitgang vinden.

Kom, klim eruit.
- Eerst mijn koffer.

De koffer.
Onze hebzucht wordt nog onze dood.

Snel, help me.

Help me.

Doet de lift het weer eens niet?
- Negeer haar. Help me.

Roep meneer Emilio.
Zeg 'm dat de lift stuk is.

Roep er niemand bij.
Blijf daar staan.

We willen alleen maar helpen.
- Ga weg en bemoeit u zich er niet mee.

Haal me hier uit.

Laat dat of ik vermoord je.

Heb je me niet gehoord, takkewijf?
- Het is jouw schuld, dief.

Je had hier niets te zoeken.
- Wat gebeurt er met die meneer?

Wat doe jij hier? Ga naar je kamer.
- Mijn god. Ik word verpletterd.

Ik kan niet meer.
- Ik bel Emilio.

Ik zal hem zeggen dat 't opgelost is.

Zeg maar dat hij de koffer krijgt.
Dat ik 'm gevonden heb. Haal me hier uit.

Mijn god, het was een ongeluk.
- Lopen.

Eén kik en ik hak je in stukken.
Lopen.

Naar binnen.

Wij hebben hier niets mee te maken.
Het was vast Emilio.

De beheerder, hè?
- Het was zijn idee.

Die ouwe bok genoot gewoon niet
van het geld.

We wilden niet dat dat geld
naar de Belastingen ging.

Wat een nobele gedachte.

Ze is vast op de binnenplaats.

Stil jij.
- Emilio weet veel van dit soort zaken.

Hij zei dat als we geduld hadden,
we het geld later konden verdelen.

En jullie geloofden hem?
- Sommigen vertrokken.

De rest moest iets tekenen.
Alles zou gelijk verdeeld worden.

We wilden niemand kwaad doen.
Hij mag doodvallen als ik lieg.

Nee. Ik wil niet dood.
- Stil.

We gaan naar buiten. In stilte.
Jij ook.

Lopen.

Ga je mama vermoorden?
- Ik weet niet wat er gebeurt.

Ze is hier.

Waarschuw mijn man.
Hij is in de videotheek.

Doe geen domme dingen.
- Laat Hortensia los.

We kunnen hier toch wel over praten?

In deze koffer zit geld voor iedereen.
Jij hebt je deel al gehad.

Doe niets waar je spijt van krijgt.
- Ik vermoord haar.

Jij bent geen moordenaar.
- Maar jullie wel.

Opzij. Ik kom hier weg,
al moet ik over lijken gaan.

Je bent gewoon geschrokken.
Dat van Domínguez was een ongeluk.

Ik kan het bewijzen.
De lift was al stuk.

We hadden zelfs een monteur gebeld.
- Hoe kun je zoiets van ons denken?

We zijn gewone mensen, zoals jij.
- Gewoon?

Jullie hebben 'm vermoord
en ik ben de volgende.

Ze heeft gelijk. Waar slaat dit op?
We moeten haar gewoon afmaken.

Hou je bek. Geef me die koffer.
- Dat had je gedacht.

Geef me die koffer en rot op.

Jullie hebben de oude man lopen pesten
tot hij van angst stierf.

Ik ben niet van plan
om dat geld aan jullie te geven.

Laat iemand m'n man bellen, verdomme.

Straks houdt ze al het geld.
Hebben we hier zo lang op gewacht?

Stil. Ik moet nadenken.
- Er valt niets te denken.

Of jullie laten me gaan, of ik
slacht jullie af. Aan jullie de keuze.

We moeten haar het geld geven.
- Kom, snel.

Ik schiet haar overhoop.

Wat doe je?
Doe dat weg.

Opzij, ik maak haar af.

Wie heeft de politie gebeld?

Gelukkig. Jullie zijn net op tijd.

Ik ben Gutiérrez, de beheerder.
Hier ligt het lichaam.

Het is gruwelijk.
U kunt het beter niet zien.

U bent dit soort dingen
natuurlijk wel gewend.

Die trut gaat ervandoor.

Bent u al lang de beheerder?

Jij komt hier niet levend vandaan.
- Dan ga ik gillen.

Leg de politie maar uit
hoe je aan die koffer komt.

Julia. Ik zei net dat jij de laatste bent
die Domínguez in leven zag.

Het ging allemaal zo snel...
- U kunt beter met ons meekomen.

Meekomen waarom?
- Om een verklaring af te leggen.

Ik ga op reis
en moet mijn vlucht halen.

Natuurlijk, vandaar die koffer.

Voor zaken. Na terugkomst
leg ik graag een verklaring af.

Sorry, maar dat zal niet gaan.
U moet eerst een verklaring afleggen.

Kan dat niet hier?
Ik wil me er niet mee bemoeien...

...maar het lijkt me beter
om dit meteen af te handelen.

Zonder de getuigenverklaring
kunnen we niets doen.

Het is maar eventjes. Dan kunnen zij
ook weer verder. Het kan bij mij thuis.

Dat zal niet nodig zijn.
Het kan ook gewoon bij mij.

Bedankt, maar we hebben
uw hulp niet nodig.

Naar boven.

We weten voldoende, nietwaar?

Misschien bellen ze nog
als dit bij de rechter ligt...

Ik wilde u nog iets anders zeggen.

In dit gebouw gebeurt iets vreemds.

Wat er is gebeurd?
- Wat iedereen zag aankomen.

Je laat je vrouw alleen
en ze wordt bijna vermoord.

Ik was in de videotheek.

Lulkoek. In de videotheek
was alleen die blonde spetter.

Dan was ik vast koffie gaan drinken.
Weet ik veel.

Als jij het al niet weet...
Wij staan hier al vanaf zeven uur.

Wat doen we als ze naar buiten komt?
- Ik denk na.

En als ze alles vertelt?
- Wat alles?

Dat van de lift, het feest, alles.
- Ze begint heus niet over het geld.

Zagen jullie niet
hoe ze die koffer vast had?

Dat is het niet.
Het ligt wat ingewikkelder.

Zij zochten al jaren naar iets...

...en ik vond het
binnen een paar dagen.

Zij?
- De buren, de gemeenschap.

En nu weten ze dat ik het heb
en willen ze me vermoorden.

Wat hebt u dan precies gevonden?

Wat hebt u gevonden, mevrouw?

Deze woning.

Dit is echt een unieke woning.
Gemeubileerd. Aan de straatkant.

Ik vond 'm toevallig. Zij moeten
hard werken voor wat ze hebben.

Dat kan jaloezie opwekken.

Wat heeft dat met de lift te maken?

Ze willen haar doden
omdat ze 'n betere woning heeft.

Het klinkt absurd, nietwaar?
Het spijt me, maar ik ben bang.

Bent u klaar?
- Alles in orde.

Ze gaat weg.
Doe iets.

Kan ik u iets aanbieden?
Een biertje misschien?

Nee, we moeten terug.
- Toe nou. Encarna, haal jij wat biertjes?

Ben zo terug.
- En olijven.

Blijf toch even.
- Dank u wel, maar we hebben dienst.

Een biertje kan toch geen kwaad?
- Integendeel.

Ze zeggen toch dat ze niets willen?
Kom, we gaan.

Ze gaat ervandoor.

Julia, wacht even.
- Mevrouw, u wordt geroepen.

Je hebt de deur open laten staan.

Wat?
- Je bent vergeten de deur dicht te doen.

Kom even terug.

Geeft niet, trek maar dicht.
Tot ziens.

Als je op reis gaat, kan je beter
afsluiten. Stel dat ze inbreken.

Zo is het toch, agent?
- Dat klopt. U kunt beter afsluiten.

Ik ga even naar boven.
Wacht op mij. Ik ben zo terug.

Doe maar rustig aan.

Opschieten,
straks mis je je vlucht nog.

U moet naar beneden komen.
Ze komen de dode ophalen.

Wat doen we?
Wachten we?

Ze komt wel.
- Zeker weten?

Ze is getikt.

Ik vind dit ook allemaal heel pijnlijk.

We wilden je in ons midden opnemen.
Dat je je hier thuis ging voelen.

We organiseerden zelfs
een feest voor je.

Is dit je dank?

Je lacht ons uit en hangt de vuile was
buiten. Dat is een vuile streek.

Domínguez zou nog leven
als jij 'm niet had verraden.

Wat heb je tegen hem gezegd?
Ieder de helft? En wij mogen verrekken.

Arme Domínguez.
Dit had hij niet verdiend.

Mijn god. Weet je hoe lang ik al
aan dit project werk?

Wat ik heb moeten doen
om deze mensen bij elkaar te houden?

Ik heb geweldige functies geweigerd
om thuis te kunnen blijven.

Zonder mij zou het hele plan mislukken.

En wat gebeurt er als ik eindelijk eens
iets leuks doe met de kinderen?

Ik ga voor het eerst weer op vakantie
en jij moet alles verknallen.

Wie denk je wel niet dat je bent?
Ik zal het je zeggen.

Je bent een vuile bedriegster.

Deze woning is niet eens van jou.
Maar wat maakt het ook uit?

Ik heb medelijden met jouw soort.
- Waar heb je het over?

Hou je niet van de domme.
Je weet precies wat ik bedoel.

Je denkt alleen maar aan jezelf.

Dat van je vriend is vast ook gelogen.
Je wilt geen verantwoordelijkheden.

Jij wilt alleen van het heden genieten.
De rest kan barsten.

Maar wij zijn anders.

Wij vormen een gemeenschap.

García loopt slecht, maar gaat elke dag
bij zijn dochter in Atocha eten.

Hij heeft zo'n kleine auto nodig
om zich te kunnen verplaatsen.

Paquita, van de vijfde, is veertig
maar nog steeds vrijgezel. Waarom?

Omdat ze rotte tanden heeft.
Niemand wil haar kussen.

Ze heeft een nieuw gebit nodig.

Hier staat alles, op deze lijst.
Die hebben we jaarlijks bijgewerkt.

Weet je waar ik het over heb?
Over solidariteit. Over respect.

Wij respecteren elkaar.

Maar dat zegt jou natuurlijk niets.

Maak je verhaal af.
- Zeg me niet wat ik moet doen.

Jij hebt de ingenieur vermoord, nietwaar?

Hij weigerde
op de oude man te letten.

Het hoefde maar twee uur per dag.
Hij voelde zich er te goed voor.

Hij hoefde niemand te onderhouden.
Elke avond was het feest, bij hem thuis.

Een komen en gaan van dronkelappen.
Hij hield iedereen wakker.

Hij maakte de gemeenschap kapot.

Vermoord mij dan ook maar
en verveel me niet langer met die onzin.

Jij bent een bedrieger.
Net als ik en net als iedereen.

Ik ben geen dief.
Ik heb er recht op.

We hebben samen de toto ingevuld.
Zonder mij had hij niet gewonnen.

Hij vroeg mij om raad bij het invullen.

Hij zei...

Sporting-Real Sociedad.

En ik antwoordde...

x.

Ik weet het niet.
Het kwam zomaar bij me op.

Niemand in heel Spanje had x ingevuld.
Alleen ik.

Ik zei: x.

Toen ik hoorde dat hij gewonnen had,
was ik dolblij.

Ik zweer het.

En die ouwe
wilde het met niemand delen.

Hij zag ons niet meer staan.
Nadat we zo lang buren waren geweest.

We zagen elkaar in de lift, in de bar...
Maar hij negeerde ons.

Hij had ons een deel kunnen geven.
Of een cadeau.

Maar nee.
Die gierigaard wilde alles zelf houden.

Sindsdien heb ik elke nacht
van dit moment gedroomd.

Als ik niets had gezegd,
als ik geen x had gezegd...

...had die klootzak
ons leven niet verwoest.

Ga je al het geld zelf houden?

Wat?

Voor dertig miljoen zou jij niemand
vermoorden. Wel voor driehonderd.

Zelfs voor minder
worden mensen vermoord.

Je had je buren nodig
om die ouwe te bespieden.

Je had dit zo gepland.
- Dat is niet waar.

Wat ga je doen om hier weg te komen,
nu ze je niet meer van nut zijn?

Ga je iedereen vermoorden?

Je hebt een goede smoes nodig
om de koffer buiten te krijgen.

Dat heb je vast al voorbereid.

Je hebt twintig jaar de tijd gehad
om erover na te denken.

Over hoe je je van je vrouw
en je dierbare kinderen gaat ontdoen.

Ik ben nog net zo verliefd op mijn vrouw
als de eerste dag.

Ze is vast lief, als ze bereid was
zo lang niet op vakantie te gaan.

Maar met zoveel geld
kun je wel wat beters krijgen.

Hou je mond.

Iemand die dit niet
tegen je kan gebruiken.

Iemand die niet uit de toon valt
bij je zwembad of je nieuwe cabrio.

Je hebt er vast over nagedacht.

Stap in bad.
Ik wil geen bloed op de vloer.

Stap erin.
- Nee.

Honderd, tweehonderd,
driehonderd, vijfhonderd...

Waar heb je dit nou voor gekocht?
- Laat me met rust. Je leidt me af.

Straks moet ik alles opnieuw tellen.
- Gaat het echt wel goed met je?

Ja. Laat me toch met rust.
- Als je maar binnen blijft, vandaag.

Je zult zien
dat het allemaal in orde komt.

Hallo? Ja, met mij.
Met wie? Welk makelaarskantoor?

O ja, natuurlijk.
Wat is er?

Het spijt me,
maar ik kan nu niet praten.

Wat? Wie heeft dat gezegd?
Juist, de buurman.

Het is waar. Ik woon hier.
Ik ben nu vast ontslagen.

Ik maak even schoon
en ben binnen een uur weg.

Maak er anderhalf uur van.

Wat zeg je?
Gaan ze het opnieuw bezichtigen?

Zijn er geen andere woningen
in Madrid?

Hallo?

Volgens mij is er niemand.

Dit is dus de woning.
Let op de grote voordelen.

De metro is om de hoek.
Centrale ligging.

Scholen voor de kinderen
en kinderspeelplaatsen.

We kunnen de keuken bekijken.
Compleet ingericht.

Er is geen garage, hè?
- Het enige minpuntje.

Anders zou de woning
allang verkocht zijn.

Hallo, ik ben Julia García.

Wat gebeurt daar?
Hoor je iets?

Ze heeft vast vrienden op bezoek.
Met zo'n bekertje kan je niets horen.

Excuseer. Ik moet je even spreken.
- Ga uw gang.

Hoe heet je?
- Javier Pacheco.

We moeten Castro waarschuwen.

Ik moest tegen iedereen zeggen
dat hij in het café zit.

Dat is fraai.
Ik ga hem halen.

Hij is daar niet. Hij wil gewoon niet
dat zijn vrouw het weet.

Wat weet?
- Dat hij iets heeft met die blonde stoot.

Van de videotheek?
- Wist u het dan niet?

Hij doet niets anders
dan banden halen en brengen.

Sinds ze daar werkt,
is hij er niet weg te slaan.

Dit kan niet waar zijn.
- Het is een lekker ding.

Zelfs ik ben lid geworden.
- Dat interesseert me geen moer.

En die zak al helemaal niet.

U vroeg ernaar.

Dat was een harde klap.
- En je verdient er nog meer.

Zodra jullie tieten zien,
slaan jullie helemaal op tilt.

Jullie hebben stront in je kop.

Luister, Jaime of Javi.
Je moet iets voor me doen.

Ik heb drie keer aangebeld.
Ze zouden u waarschuwen.

Daar heb je goed aan gedaan,
Jaime of Javi.

Maar je mag de slaapkamer
niet laten zien.

Wat moet ik dan zeggen?
- De waarheid: Er is een lekkage.

Mogen ze 'm daarom niet zien?
- Nee, dommie.

Laten we zeggen dat ik gisteren
gezelschap had. En vandaag ook.

Heeft hij dat gedaan?
- Liefde is iets vreemds.

Jij bent te jong om dat te weten.

Ik zei toch dat er een lekkage was?
- Ja, u hebt helemaal gelijk.

Je bent nieuw, maar dit
is heel normaal in ons vak.

De baas weet het.
Zie het als een soort bonus.

Ik wacht nog een paar maanden
voordat ik meisjes meeneem.

Eerst moet je natuurlijk
een meisje vinden.

Vandaag dek jij mij,
morgen dek ik jou.

Er zit iets op mijn hoofd.

Help me.

Wat heb je gedaan?
Kom hier.

Kom hier.

Julia, ik ben het. Oswaldo. Doe open.
- Ik ga niet opendoen.

Waar is Emilio? Heeft hij je bezeerd?
Ze wachten op z'n telefoontje.

Wie stuurt je dit keer?
Castro? Ramona?

Hier is niemand. Ik ben alleen.
Dit is onze kans om te ontsnappen.

Ze komen zo terug.
- Jij wilt de koffer. Zoals iedereen.

Natuurlijk, maar ik wil het geld
met jou delen. Niet met hen.

De rest is gek geworden. Ik ben bang.
- Help me.

Binnen een uur zijn we op het vliegveld.
En morgen zijn we ver weg.

Samen?
- Natuurlijk. Wij hebben iets bijzonders.

Dat weet je.
We hebben elkaar nodig.

Zoals drenkelingen op een eiland.

Een eiland vol monsters.

Niet huilen, schat. Je bent sterk.
Ik zal je beschermen.

Doe open, liefste.
Ik heb je nodig, meer dan wat ook.

Hoor je me niet?
De auto staat al beneden. Doe open.

Hoor je me niet, lieverd?
Doe open.

Rotwijf.
- Kom.

Mijn god.
Dit kan toch niet waar zijn.

Help.
Ze willen me vermoorden.

Hebt u me niet gehoord?
U moet me helpen.

Hé. Hoe staat het ermee?

Wegwezen, jij.

Jij wilde ook vluchten, ouwe zot.

Ze heeft de deur gebarricadeerd.
Duwen.

Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd...

Hierheen, snel. Julia.
- Charly?

Ja, ik ben het.
Snel.

Opschieten. Waar is de koffer?
- Vergeet het geld. Er is geen tijd.

De koffer is het belangrijkste.

Waar gaan we heen?

Hij was m'n vriend.
We zouden samen vluchten.

Dan weet je hier vast de weg.

Na jarenlang een uitweg
te hebben gezocht, sterft hij.

Klerewijf.

Ze is op het dak.
- Snel.

Vuile teven.
Dat duwt me zomaar omver.

Straks gaan ze er
met de koffer vandoor.

Ga naar boven.

Dit is het plan: Ik leid ze af,
zoals bij de Ster des Doods.

Welke ster?

Han Solo leidt de soldaten af
terwijl Luke en de prinses vluchten.

Hoe kun je dat nou niet weten?
- Dit is Star Wars niet.

Ik heb de Kracht.
- Besef je niet dat ze je kunnen doden?

Rustig maar. Ik hou me gewoon
van de domme. Vertrouw op mij.

Te laat. De prinses is gevlucht.
De Revolutie zal zegevieren.

Leve de Republiek.

Welke Republiek, verdomme?

Dit rotjong dacht ons te slim af te zijn.
- Zo is het genoeg.

Hou hem in de gaten.
- Laat hem toch met rust.

Ik spreek jou later nog.

Je moest binnen blijven.

Ze zei dat ze van me hield.
Dat we gingen trouwen.

Je vader had gelijk.

Ik had je bij je geboorte
moeten verzuipen.

Je gaat vallen.

Dat werd tijd.
Kom hier, trut.

Die koffer is van mij.

Mijn god.
Help.

Geef op.

Je valt er vanzelf wel af.
Let maar op.

Laat me gaan en je krijgt de koffer.
Ik vertel het niemand. Ik zweer het je.

Geef hier.

Schiet, Ramona.

Opnieuw, gek.
Zie je niet dat ze ervandoor gaat?

Ik, gek? Dan ken je me nog niet.
- Schiet dan, verdomme.

Rot op, trut.

Blijf van me af. Ik ken jouw soort.
- Wat doe je, Ramona? Rustig.

Naar achteren jij.
- We zitten hier samen in.

Wat ben je van plan?

Nu ben jij aan de beurt.

Niet wegrennen.

Jij komt hier niet levend vandaan.

Geef me het geld.
Geef hier, vuile trut.

Je wilde niet op je beurt wachten, hè?
Je wilde de hele buit voor jezelf.

Je bent een kreng.
Wat heb je met Emilio gedaan?

Je wilde toch vluchten?
Hier, vlucht dan.

Geef me die koffer.
Die heb je nu niet meer nodig.

Je bent een leugenaar. Het lijkt wel
of je ziel in die koffer zit.

Je bent al net zo erg als wij.

Nee, dat is onmogelijk.

Daar kies je niet voor.
Dat is aangeboren.

Het zit je in het bloed.

Je bent over lijken gegaan.

Zeg dat je net zo bent als ik.
Zeg het.

Nee.
Want jij zou dit nooit doen.

BUREN MAKEN ELKAAR AF
OM GELD DAT NIET BESTAAT

JEDI-RIDDER

Ik wacht al drie dagen
naast 't standbeeld.

Ik wist niet
dat 't ook een bar was.

Waarom zei je niet
dat je de koffer had omgewisseld?

Dat hadden ze doorgehad.
Dan was je nooit weggekomen.

Is dat de enige reden?
- Nee.

Ik wilde zeker weten
dat je niet zoals mijn moeder bent.

Wil je een soepje?
- Met wat sherry.

Hetzelfde.
- Wat zat er in die koffer?

Je ziet er flitsend uit.
- Pak aan. Al verdien je het niet.

Krijg nou wat.
Je bent geweldig.

Zullen we dansen?
- Waarom niet?