All language subtitles for 3.women.1977.1080p.x264-oem1080

Ga maar bij Mr Hollingworth zitten.

Je zult vaak in 't therapiebad werken,
de pati�nten willen geen zon. Millie.

Ja, Miss Bunweill ?

Dit is Pinky Rose.
Het is haar eerste werkdag.

Geef haar een badpak en leg
haar alles uit, zoals bij Alcira.

Goed, maar na de lunch heb ik Mr Shaw.
- Peggy doet 'm wel.

Millie is prima.
Zij laat je alles zien.

Tot vanmiddag.

Wat kan ik nu doen ?

Ga eten, dan naar de kleedkamer, bij
Millie. Ik wil je straks nog spreken.

Nog tien keer.

Blijf ze bewegen.
U mag best meedoen, Mr Hollingworth.

Ik spaar voor zo'n magnetron.

Hotdogs, klaar in drie minuten. Ik wil
ze aangebrand. Je kan de stand kiezen.

Ik heb al 43,5 dollar.

Breck zoekt een meisje voor hun
shampooreclame. Ik stuur m'n foto op.

Dag, ik ben Pinky. Van bij de lunch.
- Dat was ik niet.

Jij had vandaag tot vrijaf ?
- Big Buns belde me op.

Sneu. Ik maak de nieuwe wegwijs.

Waarom ik ? Er valt niks te leren.
- Net daarom.

Kennen jullie Scrabble ? Een leuk
spel. Je leert veel nieuwe woorden.

De vriend van mijn flatgenote
is er erg goed in.

Hij kent woorden die ik niet ken.

Zoals 'orator'.
Het staat in het woordenboek.

Dat is
een soort professionele spreker of zo.

Maar 't vreemdste was zeboes.

Weet je wat dat zijn ?
De bulten van een kameel.

Maar mijn date vond ik maar niks.
Hij verzon alleen vieze woorden.

Zo wilden wij 't niet spelen.

Weet je wat we aten ?
- Wat ?

Tonijnschotel.
- Was het lekker ?

Ik heb een boek vol recepten.
Ik orden ze volgens de bereidingstijd.

Als je bij 20 minuten kijkt, zie je de
recepten die in die tijd klaar zijn.

Logisch.

Erg handig. Het is niet echt een boek,
maar een map met tijdscodes erop.

Nee maar.
- Het is best handig.

Polly, dit is Pinky.
Pinky, dat is Polly.

Je heet toch Pinky, h� ?

We zoeken even een badpak dat je past.

Heb je zoiets al gedaan ?
- 't is m'n eerste baan in Californi�.

Ze strooien niet met het salaris.
Jij bent een beetje zoals ik, h� ?

lets beters is er nu niet.

Trek maar aan.
Ik wacht buiten op je.

Kijk op de lijst,
dan weet je wie er komt.

Na elke naam staat een tijdstip. Haal
ze hier af. Zij geven je hun kaart.

Stel dat je Mr Shaw krijgt. Op zijn
kaart staat 'mineraalbad en rust'.

Zorg dat hij meteen het bad in gaat.
Maar tien minuten is het maximum.

Haal 'm eruit en zet hem op een stoel.
Pas na 20 minuten mag hij er weer in.

Jij speelt de pati�nt
en ik begeleid je in het bad.

Trek eerst je badjas en schoenen uit.

Goed, wat scheelt er ?

Niks.
- Er moet wat met je aan de hand zijn.

Mijn badpak is te groot.

Waarom ben je hier, als er niks mis is
met je benen of je armen ?

Er moet iets niet in de haak zijn.
- O. Mijn rug. En ik heb zere benen.

Rugpijn en pijn in je benen.
Dit is voor mensen met dat soort pijn.

Doe maar rustig aan.

Je mag je geen pijn doen.

Voorzichtig, het is hier glad.

Rustig aan.

Is dat niet lekker ?

Het is warm.
- Overeind. Het water is 41 graden.

Mijn grootmoeder had ook rugpijn
en zere benen.

Wil je je bukken
en je helemaal onderdompelen ?

Geen idee. Is dat de bedoeling ?
- Niet jij. Dat moet jij hen vragen.

Je moet ze naar de mond praten,
ze overhalen om de oefeningen te doen.

Zo, doe mij maar na.

Niet te geloven. Als Bunweill
dat had gezien, zat je in de rats.

Je zei toch 'helemaal' ?
- Kom, we doen hier wat oefeningen.

Niks aan de hand.

Oefeningen voor zere benen.

Nog nooit een tweeling gezien ?

Dit zijn individuele warmwaterbaden.
Het water komt recht van de bron.

Hier is de rustruimte.

Dit zul je vast pas
over een paar weken moeten doen.

Er is niks aan, maar je moet weten
wanneer iemand slecht reageert.

Soms kunnen ze er zelf niet uit. Als
ze er te lang in zitten, sterven ze.

Over die verdronkene gisteren...
- Ik snap niet hoe 't kon gebeuren.

Alles was in orde,
en opeens was ze verdronken.

Is de premie voor wanpraktijken
betaald ?

Lammoreaux ?
- Ja, dr. Maas ?

Hoe gaat 't met Miss Rose ?
- Prima, dr. Maas.

Mooi zo. Jullie zullen prima
opschieten, jullie hebben iets gemeen.

Jullie komen toch allebei uit Texas ?
- Was er geen pak dat beter past ?

Nee, mevrouw.
- Zoek dan.

Heet jij Lammoreaux ?
Ben jij Franse ?

Amerikaanse. Kom je uit Texas ?
- Uit de buurt van Longview. Jij ?

Uit Houston, maar ik ben hier al
drie jaar. Neem 't kastje naast mij.

Hier is je prikkaart.
Prik pas als je omgekleed bent.

's Avonds hetzelfde. Eerst uitprikken,
dan omkleden. En wees op tijd. Dag.

De familie Worser ging met 'n lijnboot
naar Hawai, zoals op tv.

Ze hadden een folder mee vol foto's.
De bloemenslinger was al verwelkt.

Alles is er erg kleurrijk en exotisch,
van de avondhemel tot Hotel Hilton.

Ooit ga ik erheen. M'n vriendje woonde
er. Hij daagde een hoeladanser uit.

Ik heb ongelooflijke verhalen gehoord
over hoeladansers. Ook erg exotisch.

Nu kun je ook hoelales volgen
bij Macy's Danssalon.

Misschien doe ik dat wel.
Het is leuk en 't kost maar 12 dollar.

Ik vind het sexy.

Wat sla in een tacoschelp.
- Daar verdik je niet van.

En wat bonen en een slaatje.
- Dat maakt je winderig.

Daar ben je, Rose.
Wie leidt je op, Alcira of Doris ?

Heeft ze je 't bad laten zien ?
- Ja.

En de oefeningen in bad ?
- Ik denk dat ik weet hoe het moet.

Denk je dat ? Alcira laat het je zien.
Als ik 'r niet zie, zeg jij 't haar.

Is Millie er ?

Zeer zeker niet, en ik heb morgen
al mijn meisjes nodig.

Slaapt hij ?
- Waarschijnlijk wel.

Kan hij ons horen ?
- Hij heeft z'n hoorapparaat niet in.

Hoe lang ken je Millie al ?

Je weet wel, Millie Lammoreaux.

Twee maanden of zo. Waarom ?
- Zomaar, ik vroeg het me gewoon af.

Ze is best wel aardig, h� ?
- Ik zie haar niet zo vaak.

Ze lijkt alles goed te doen.

Doris, de Chinese,
is mijn beste vriendin.

Waar zou ze vandaag toch zijn ?
- De tweeling mogen we niet.

Je leert ze snel genoeg kennen.
- Als ze maar niet ziek is.

Ik mis haar best.

Miss Lombardi ? Slaapt u ?

Blijkbaar.

Toen kwam ze mijn kamer binnen
met een hele mand tomaten.

Als ik van haar droom,
brengt ze altijd iets mee.

Maar tomaten ? Ik lust geen tomaten.

Als ik spaghetti maak, doe ik het
met boter, knoflook en zout.

Ik snap er niks van.
Klaar voor uw bad ?

Voorzichtig.

Ik heb 'r niet meer gezien
sinds ik 11 was.

Maar tomaten ? Waarom brengt
mijn moeder tomaten voor me mee ?

Blijf maar zitten, ik ben zo terug.
Ik moet naar het toilet.

Miss Lombardi, blijf hier maar. Ik ben
zo terug, ik moet naar 't toilet.

Dag, Millie. Ken je mij nog ? Pinky.
- Tuurlijk ken ik je nog.

Waar was je de voorbije dagen ?
Was je ziek ?

M'n flatgenote trok in bij d'r vriend.
In Riverside. Ik heb geholpen.

Zullen we samen lunchen ?
- Goed.

Gisteren waren er tamales. Uit blik,
maar ze smaakten zoals in Texas.

Je hebt Miss Lombardi alleen gelaten.
- Maar even.

Ik wil je spreken voor de lunch.
Begrepen ?

Het zal niet meer gebeuren.

Millie gezien ?
- Nee. Lunchen ?

Ik heb met Millie afgesproken.
- Ze eet in 't ziekenhuis.

Hier zijn geen dokters.

Het ziekenhuis ?
- Aan de overkant. Het is er duur.

We hebben een zwembad, maar
mijn flatgenote is weg. Kom 's eten.

We kunnen Scrabble spelen. En ik wil
een recept proberen, kip Penthouse.

Je maakt 't met soep. Het koken duurt
een uur, maar het is de moeite waard.

Kun jij eens naar mijn klieren
kijken ? in mijn hals.

Ze zijn al de hele week gezwollen.
- Ze zijn prima.

Weet je 't zeker ? Ik voel me
de laatste tijd futloos.

Wat is een broodje Franse Dip ?
- Een broodje met vlees en saus.

Ik neem wel meloen.

Of gebak.

O, en als dessert is er bananenijs.
Heb je dat wel eens gegeten ?

Je doopt een bevroren banaan in warme
chocolade en rolt 'm in gepofte rijst.

Heb ik in een blaadje gelezen. Er
zijn veel recepten met gepofte rijst.

Wat lees je daar ?
- De zoekertjes.

Wil je een andere baan ?
- Het is voor mijn vrouw.

En wat wil zij dan ?
- Een nieuwe sofa.

Ik heb ook net een nieuwe bank.
Nu ja, een oude die ik opgeknapt heb.

Zoek je nog iets ?

Dan ga ik maar 's.

Tot kijk. Het was fijn kletsen
met jullie, jongens.

Wellicht tot morgen.

Flatgenote gezocht: eenkamerflat,
bemeubeld, in flat met zwembad.

Vind je geel en paars mooi ?

Dat zijn mijn lievelingskleuren.
Net irissen.

Ik ben dol op irissen. Op bloemen.
En kaarslicht. Dat is zo romantisch.

Zo verleid je een man in ��n nacht.

Met sfeer en lekker eten.

Ze zeggen wel 's: De liefde
van de man gaat door de maag.

Dat klopt heel vaak.

Ik bof maar
dat je een flatgenote zocht.

Wat is dat hier voor een plek ?
Disneyland ?

Nee, een bar.
Dit is mijn vaste kroeg.

Hier komen veel mannen,
vooral agenten.

Een tipi.

Geweldig. Kom.

Een minigolfbaan.
Ik ben gewoon gek op minigolf.

Ik ook, maar ze is al jaren dicht.

Kijk Millie, ze hebben me te pakken.

Kom nou. Er zijn hier agenten.

We drinken iets en kijken wie er is.
Je vindt 't vast fijn.

Het lijkt verlaten, maar ze zijn vast
achterom aan het crossen.

Wat is dat ?
- Dat is Willie maar.

Ze schildert altijd rare dingen.

Is dit ook van haar ?

Ja, een zandschilderij met kogelgaten.
Ook een sigaret ?

Trek aan Dirty Gertie haar sjaal,
dan zegt ze gedag.

Ik zet muziek op.

Ze heeft op me gespuugd.

Dag, Willie. Dit is mijn nieuwe
flatgenote, Pinky. Twee biertjes.

Zij en Edgar runnen de bar. Ze wonen
hier achterom. Ze krijgt een kind.

Let maar niet op haar.
Ze praat nooit veel.

Wacht tot je Edgar ziet. Hij is leuk.
Hij zat in The Wyatt Earp Show.

Hij kent Hugh O'Brian.

Mooie schilderijen.

Waarom zeg je dat nu ? Da's g�nant.

Drink je veel bier ?

40 cent voor het bier.
Ik geef 10 cent fooi.

Edgar, mijn flatgenote.
Pinky, Edgar Hart.

Vertrouw nooit
een oneerlijke man, liefje.

Hij was Hugh O'Brian z'n stand-in.

Stuntman.
Ik deed al zijn stuntwerk.

Hoe heette je ook weer ? Pinky ?
- Dat is m'n bijnaam.

Ik heet eigenlijk Mildred. Vreselijk.

Je ziet eruit als een Pinky.

Stop.

Ratelslang.

Nu ben je veilig.

Ik dacht dat die rots echt was.
- Hij haalt altijd zulke grapjes uit.

Je zei niet dat je Mildred heet.
- Ik haat die naam.

Hoe denk je dat ik heet ?
- Millie.

Dit doet me sterk aan Texas denken.
Jou niet ?

Ik vind Texas niet meer fijn,
maar hier wel.

Ik ook.

Wonen je ouders daar nog ?
- Ik heb geen ouders.

Alleen wat ooms en tantes.

Mijn moeder was ziek.

Dit is mijn plaatsje, het beste.

Pak je spullen.

Je hebt niet veel spullen.
- Ik heb het meeste achtergelaten.

Het was toch oud.

Dit is onze postbus. Plak er
een naamkaartje op voor je post.

Lelijk ondergoed.

Fijn.

Nog een wedstrijd.

Dat heeft Willie lang geleden gemaakt.

Dag, Tom. Is je verkoudheid beter ?

Vind je 't mooi ?

Het is prachtig.
Het is hier schitterend.

Wat een grote keuken.

Niet te geloven.
Kijk dat fornuis eens.

Het is volmaakt.

Ik heb het zelf ingericht.

Wie was die kerel ?

Ik heb je over Edgar verteld.
- Nee, die leuke.

Je bedoelt Tom.

Is hij je vriendje ? Ja, h� ?
- Dat zou hij wel willen.

Hij vraagt me altijd mee uit,
maar ik wacht tot hij weer beter is.

Wil je de slaapkamer zien ?

Dit is onze slaapkamer.
- God, wat schitterend.

Dit is mijn kast, en dat de jouwe.

Wat groot.
- En dit is onze schrijftafel.

Mijn bed, en jouw bed.

Dit is mijn bed.

Het is geweldig.

Ik had 't niet beter kunnen bedenken.

Weet je wat ?
- Vertel eens.

Niemand is zo volmaakt als jij.

Ik weet niet of ik ooit kinderen neem.
Dat hangt van de man af.

Ik zou echt graag kinderen
met 'm moeten willen.

Dat ik er ben, is ook een ongelukje.

Mam en pap waren getrouwd, maar
ze waren niet klaar voor kinderen.

Ik verwijt ze niks. Hun schuld niet.

Het was toen allemaal anders.
Je maakte makkelijker fouten.

En wat kun je dan beginnen ? Niks.

Ik plan alles vooruit. Ik zoek uit
wat ik wil en dan verwezenlijk ik het.

Zoals deze flat. Ik richt 'm al in
sinds ik hier woon.

Zelfs als ik verliefd word en hij wil
trouwen, dan trok ik niet bij hem in.

Hij zou hier moeten wonen.

Ik zou alles van 'm willen weten,
en van zijn geld en gezondheid.

De badkamer is vrij.

Wat heb je daar aan ?
- Mijn jas.

Heb je geen badjas ?
- Nog niet.

Kun je naaien.

Die mag je hebben als je 'm oplapt.
- Dank je, Millie.

Ik maak tonijnsalade. Het duurt maar
een kwartier en het is erg makkelijk.

Ik zeg je hoe 't moet,
dan kun jij 't doen als ik uit ben.

Doe eerst alle potten open,
dan heb je ze voor 't grijpen.

Laat een blik tonijn uitlekken
en doe 't in een mengkom.

Doe er een eetlepel mayonaise bij, en
peper en zout. Proef of het lekker is.

Het is lekker.

Mooi.

Snij wat uien en selderie fijn,
niet grof.

Gelijkmatig mengen,
zodat je niet een hap ui neemt of zo.

Als je geen uien of selderie hebt,
neem je gedroogde ui of selderiezout.

Dat doe ik nu ook.
Er waren geen uien.

Lust je het ?
- Het is heerlijk.

Het is beter met echte uien.
- Ik proef geen verschil.

Maar het beste vind ik nog
dat er geen tomaten in zitten.

Tomaten ?
- Gruw ik van.

Spaghetti eet ik met dat witte spul.
- Lust je geen tomaten ?

Ik ook niet. Ze noemen ze
liefdesappels, maar ik moet ze niet.

Neem jij de pil ?
- De pil ? O, de pil. Af en toe.

Je kunt er slecht op reageren. Dus
pak ik ze als ik iets van plan ben.

Weet je wat dat is ?
- Dat daar ? Opbergruimte.

Geen idee.
- Een logeerbed.

Waarom ?
- Voor als we gasten hebben.

Ik sliep er vaak op
toen Deirdre er nog was.

Ik schrijf elke dag in mijn dagboek,
ook als er niks gebeurd is.

Vandaag heb ik veel te schrijven.
Over jou.

Ik heb een nieuwe flatgenote.
Uitgerekend Pinky, de nieuwe.

Ze is vreemd, maar het is beter
dan te wachten op een dikke zuster.

Op weg naar huis
gingen we naar Dodge City.

De mannen waren aan 't crossen,
dus bleven we niet lang.

Edgar haalde een streek uit met Pinky
en ze trapte erin.

Ze heeft een naaimachine, verder niks.
Misschien maakt ze me 'n jurk.

Ze vond de flat prachtig.
Ze heeft vast nooit zo'n thuis gehad.

Ze heeft d'r draai gevonden.

De laatste doet het licht uit.

Welterusten.

Vind je 't erg om de bus te nemen ?
Ik heb 'n date.

Geen probleem.
- Ik wil alleen iemand met vervoer.

Dit is een uitzondering.
Zijn auto is in de garage.

Hij is een uitzondering waard.
Hij ziet er leuk uit.

Wacht maar niet op mij,
ik kom pas laat terug.

Veel plezier.
- Komt in orde.

Wat drink je ?
- Sterke drank. Voor iemand anders.

Wie wint er ?

Dag, Pat.
- Millie, je bent terug.

Ik ben niet weggeweest.

Als Pinky niks heeft, komen we ook.

Waarom slingeren die in de huiskamer ?
- Dag, Millie. O, mijn schoenen.

En wat heb je daar aan ?

Ik heb iets gemorst op de andere.
Ik heb de jouwe geleend.

Ik wil dat je 't eerst vraagt.

Wat is dat ?
- Melk.

Dat weet ik.
Wat doet die in de badkamer ?

Hoe was je date ?

Hij wou naar 'n stripclub, ik niet.

Ze houden een zwembadfeestje.
Trek je badpak aan, dan gaan we ook.

Ik heb er geen.
- Leen er maar een van mij.

Ik zou graag
mijn naaiwerk nog afmaken.

En ik wil nog iets lezen.

Niet kijken,
daar komt onze prima donna.

Ze maakt haar grote entree.

Begin maar te niezen, Tom.
- Dag, Tom.

Wat zit jij te lachen ?
Jij bent met 'r uit geweest.

Gaat er iemand mee zwemmen ?
- We hebben net gegeten.

Tja, je mag zeker een uur na het eten
niet zwemmen.

Ga je vroeger weg, Lammoreaux ?
- Ik ben vroeg begonnen.

Deze dan ?
- Nee.

Het is vrijdag. Ik wil hier weg.
- Wat is er bijzonder aan vrijdag ?

Wat is er ?
- Ik heb Millie d'r kaart gepakt.

Ik kan ze niet... Er zitten vegen op.
Vivian ?

Rose heeft Lammoreaux d'r kaart
geprikt. De tijd is nu onleesbaar.

Foutje.
- Ik regel 't. Waar is Millie ?

Ze kleedt zich net aan.
- Kom allebei meteen naar m'n kantoor.

Dat was stom. Ze houdt me graag
langer hier op vrijdag.

Het spijt me, Millie.
- Kleed je vlug om.

Vijf minuten, of ik vertrek alleen.
- Ik kan sneller dan dat.

Hoe zou het zijn
om een tweeling te zijn ?

Een tweeling, dat is vast vreemd.

Zouden ze zelf weten wie ze zijn ?

Tuurlijk wel. Ze moeten wel.

Misschien ruilen ze.

De ene dag is Peggy Polly.
En de andere dag is Polly Peggy.

Wie zal het zeggen.
Of ze zijn altijd dezelfde.

Ander onderwerp graag.

Wat stel je voor ?

Niet daarheen, Pinky. Hierlangs.

Pinky ? Pinky, kom nou.

Dag, jongens.
Pinky, mijn nieuwe flatgenote.

Dit zijn Jimmy, Rich, Joe, Johnny
en Roger.

Ik dacht dat je niet kwam.
- Ik ben wat later. Ken je Pinky nog ?

Pinky, pas op. Dat scheelde weinig.
- Zullen we schieten ?

Weet je het nog ?

Vind je wapens niet fijn, Pinky ?

Ik moet even beter mikken.

In de hals.
- in de hals ? Moordzuchtig ding.

Ik sta liever voor duizend gekke
wilden dan 'n vrouw die kan schieten.

Ik ben al uren wakker.

Ik heb 'n aanlokkelijke date. Hoezo ?

Heus ?
Ik kan er nog makkelijk onderuit.

Ik laat die kerel zo vaak zitten,
en toch komt hij terug.

Twee mannen te veel ? Zijn ze leuk ?

Ja, ze is ok�.
Nogal stil, maar heel aardig.

Wat huiselijk.
Niet lelijk, maar huiselijk.

Goed, tot vanavond dan. Tot kijk.

Wakker worden, Pinky.

Hoe laat is het ?
- Vroeg. Heb je vanavond plannen ?

Nee. Waarom ?
- Mijn vorige flatgenote Deirdre...

Zij en d'r vriend en twee vrienden
komen eten.

Hier ?
- Ja, ik ben bekend om mijn etentjes.

Ik zal gaan winkelen als jij
ondertussen de flat schoonmaakt.

Peuken. Geweldig.

Kauwgumpapiertjes. Allemachtig.

Ik geef vanavond
'n bijzonder etentje.

Deirdre en Jim
en een paar anderen komen.

We eten worstenbroodjes
en chocoladegebak.

Niet in 't zwembad kieperen.
- Tot kijk.

Pinky ? Doe je de deur eens open ?
Ik heb mijn handen vol.

Ik ben net klaar.

Netjes.
- Wat heb je gekocht ?

Allerlei lekkere dingen.
- Heb je kauwgum voor me ?

Hij ligt vast helemaal onderin. Ik heb
worstjes voor de worstenbroodjes.

Lekker.
- Die chips ?

Dit komt in de pasteitjes.
- Zit er nog niks in ?

Je hebt wijn gekocht. Tickled Pink.
- En Lemon Satin.

Lemon Satin.
- We hebben van alles voor dipsausjes.

Florentijnse wijnglazen.

Ruikt lekker.

Wat is dat ?
- Voor op de chocoladepudding.

Die is al klaar.

En wat nu ?

Je kunt eerst kaas in een cirkel
spuiten op die crackers.

Leg er dan een olijf op.

Eet geen hele,
alleen die gebroken zijn.

Dat is voor de gasten.

Is dat het dessert ?
Zijn dit de hors d'oeuvres ?

Die heb ik nog gemaakt.
Ze waren erg in trek.

Wat doe je nu ?
- Ik heb er een gemorst.

Pinky.
- We doen er ketchup in.

Dat gaat niet, dat smaakt anders.
Ik had er maar zes.

Ik eet er geen.
- Dan is de tafel ongelijk.

Nu moet ik er nog een halen.

Ruim ondertussen de boel op
en leg schone lakens op het logeerbed.

Ik krijg nooit alles klaar.

H� rooie, woon jij hier ?
- Inderdaad.

Ken je Millie Lammoreaux ? Geef haar
een boodschap van me. Ik ben Deirdre.

We hadden afgesproken om iets te komen
drinken of zo. Hou daarmee op, Ted.

De kerels willen actie, dus gaan we
naar Dodge City. We zien 'r later wel.

Bedankt, liefje. Wegwezen.

Vind je 'm mooi ?
Een Mr Lamar uit Dallas. Leuk, h� ?

Ze kunnen niet komen, Millie.
- Wie ?

Deirdre en die kerels.
- Hoezo, ze komen niet ?

Ik zag ze net
toen ik het vuilnis wegbracht.

Ze gaan naar Dodge City
en ze zullen je nog wel eens zien.

En 't eten dan ?

Hebben ze niks van gezegd.
- En wat zei jij ?

Niks. Ik heb niks gezegd.

Bekijk jezelf toch eens. Je moest je
opknappen. Je hebt ze vast weggejaagd.

Hou je kop.
Je hebt alles verpest, zoals altijd.

We kunnen iemand anders vragen.
- Wie dan ?

Misschien kan Tom komen.
De lui van hier.

We kunnen alles zelf opeten.
We houden een feestje voor onszelf.

Waar ga je naartoe ?

Ik ga ze zoeken
en een keer lol trappen.

Wakker worden, Pinky.

Je moet op het logeerbed slapen.
Ik heb gezelschap.

Was het leuk ?

Ze is op, we kunnen erin.

Pinky, liefje, hebben we je uit je
bedje gejaagd vannacht, schat ?

Pinky kan toch delen in de pret ?
Ik bedoel maar, twee...

Kom, Edgar.
- Maar drie...

Geen woord hierover.
Wat weet jij nou helemaal ?

Doe het niet. En Willie dan ?
- Ik weet alles van Willie.

Bemoei je eens met je eigen zaken.
Hier heb jij niks mee te maken.

Je bent een lastpak.
Niemand wil met jou optrekken.

Je rookt of drinkt niet, je doet niks.

Als mijn manier van leven
je niet bevalt, kun je vertrekken.

Wanneer je maar wilt.

Bel de hulpdienst.
- is ze dood ?

Geen idee.
- Pas op voor d'r hoofd.

Pak haar arm. Voorzichtig,
leg haar neer. Haal een deken.

Ademt ze nog ?

Ze overleeft het wel.

Wat is er gebeurd ?
- Ze is van het balkon gevallen.

Hoe lang heeft ze er in gelegen ?
- Ik heb geen idee.

Waarom heeft ze 't gedaan ?
- Tja...

Wie heeft 'r eruit gehaald ?
- Wij.

Weet je waar ze woont of zo ?
- Ze woont op de bovenverdieping.

Da's haar flatgenote.
- Heb je gezien wat er gebeurd is ?

Kun je me even helpen ?

Hoe lang wonen jullie al samen ?
- Nog niet zo lang.

Is ze gevallen of gesprongen ?

Ik heb het niet gevraagd.
- Ze is bewusteloos.

Weet je
of ze bepaalde medicijnen slikt ?

Mag ik even wat ruimte ?

Kunnen de mannen haar ondersteunen
als we 'r op de brancard leggen ?

Hoe laat is ze binnengebracht ?
- Om halfdrie.

Zijn er veranderingen ?
- Nee, ze is nog altijd in shock.

Is dat in de Spoed genaaid ?
- Ja.

Dat gebeurt nooit overdag. De kaart ?
- Die ligt op het bureau.

Norma, haar kaart graag.
- Joan, heb jij de kaart van 122 ?

Ben jij haar flatgenote ?
- Ja. Komt het goed met haar ?

Ze is nog bewusteloos.
Eigenlijk ligt ze in coma.

Er is gelukkig geen schedelfractuur.
Het is afwachten.

Wanneer weet u meer ?
- Waar is haar familie ?

Geen idee, in Texas.
- is er niemand in de buurt ?

Alleen ik.

Spoor haar familie maar op.
Haar toestand is ernstig.

Je hebt hier wat tabak hangen.
Je ziet er afgepeigerd uit. Gaat het ?

Een kop koffie ?

Maar Pinky dan ?
- Ze redt 't wel. Ik trakteer.

Niet doodgaan.

Sorry, er is geen abonnee die zo heet.

Maar ik moet ze vinden.
Hun dochter heeft een ongeval gehad.

Wat moet ik nu doen ?
- Heb je hun adres ?

Alleen een postbus in Quitman.
- Je kunt beter een telegram sturen.

Een telegram ?
- Dat is de snelste manier. Sorry.

Maar ik weet niet
hoe ik een telegram moet sturen.

Dag, Connie. Is er al verandering ?
- Nee. De dokter is net geweest.

Mag ik bij 'r ? Ik heb wat spulletjes.
- Vijf minuutjes.

Dag, Pinky. Je ziet er goed uit.
Stukken beter.

Je ma en pa kunnen zo hier zijn.

Iedereen mist je, vooral de tweeling.
Ik heb cadeautjes bij me.

Een naailes uit een blad, en reclame
voor een automatische naaimachine.

En een prachtig roze bedjasje.

Alcira, zet je je naam op de kaart
voor Pinky ? Pinky Rose.

Peggy, zet je je naam
op de kaart voor Pinky ?

De rest heeft al getekend.

Wilt u uw naam er ook op zetten ?
- Telefoon, interzonaal.

Dat zullen haar ouders zijn.
- Op onze kosten. Dat mag niet.

Maar het is belangrijk.
- Je kent 't beleid. Op onze kosten...

Hoe wou je dat betalen ?
- Hou het af van mijn loon.

Wanneer was de bus uit Texas er ?
- Een uur geleden.

Ik kom 'n stel halen. Ik zie ze niet.
- Daar is een betaaltelefoon.

Mrs Rose, de mam van mijn flatgenote.
- Ben jij Millie ?

Ik ben Pinky haar moeder.
En dat is mijn man, Y.R.

Aangenaam.
- Aangenaam.

Pinky wacht op ons.

Ze viel dus
en kwam op haar hoofd terecht.

Dat is weer net iets voor Pinky.
Ze viel vroeger ook altijd.

Ze stond 's te springen op het bed. Ze
viel, haar hoofd moest gehecht worden.

Ze wordt weer wakker
als ze jullie ziet.

Het lijkt hier Texas wel.

Dag, Connie. Dit zijn
Pinky d'r ouders. Dat is Connie.

De zusters zijn aardig.

Daar kun je niet naar binnen.
Dit is lntensieve Zorgen.

Pinky d'r ouders
komen met de bus uit Texas.

Ach zo. En wie mag jij wel wezen ?

Haar flatgenote. Ik kom elke dag.

Als ze hen hoort, wordt ze wel wakker.
- Goed, vijf minuten dan.

Wie denkt ze wel dat ze is ?

Pinky, je ma en pa zijn hier.

Ja, dat is onze Pinky.
Moet je haar nu zien, Y.R.

Net zo mooi als altijd.
- Wat heeft ze ?

Je maakt 'r nog wakker.

Ze is in coma.
Nu kunnen we alleen maar afwachten.

Y.R. heeft haar Pinky genoemd.

Waarom wordt ze niet wakker ?
- Ze is ziek.

Waar is het cadeautje ?
- Wat ?

Laat maar, ik heb 't.

Voor Pinky. Maak het maar open.

Lees maar.

In deze vrolijke keuken

mijd ik geen enkel werk.

Zegen deze keuken, Heer.
En zegen mij bij het werk.

Voor de keuken.

Wat moeten we nu doen ?

Mr en Mrs Rose, Pinky d'r ouders.

Ze is nog in coma,
maar ze zal nu gauw ontwaken.

Sorry, dat ik niet mee-eet.
Ik kook voor Mr en Mrs Rose.

Wat jammer,
ik had echt op haar gerekend.

Dat draag ik wel even voor u.
Voorkomen is beter dan genezen.

Hou de leuning maar vast.

U krijgt mijn slaapkamer.
Ik neem 't logeerbed wel.

Blijf zolang u wilt.

U vindt 't hier vast fijn.

Mrs Rose, goed nieuws. Uw dochter
reageerde nadat u was weggegaan.

Ze ligt niet meer
op lntensieve Zorgen.

Ze heeft zelfs vruchtensap gedronken.

U mag naar haar toe, maar praat
niet te veel en wind haar niet op.

Onze dochter is wakker geworden.
- Fijn zo.

Mogen we 'r zien ?
- Ze ligt in de gang.

Kom mee, Y.R.

Kijk 's wie er is.

Wie dan ?
- Je ouders.

Je ma en pa zijn er.

Dat zijn mijn ouders niet.

Tuurlijk wel.

Dat zijn m'n ouders niet.
Ik heb ze nog nooit gezien.

Pinky, ik ben het, mama.
En hier is je papa.

Zie je wel ?

Ik ken jullie niet.
- Wat is er mis met haar ?

Wat heb jij nu, Pinky ?

Wat wil je me aandoen ?
- Niks, ze komen van Texas voor jou.

Vind je dat niet fijn ?

Waar ze ook vandaan komen,
dat zijn mijn ouders niet.

Dat zijn m'n ouder niet.
- Pinky...

Noem me niet Pinky.

Jullie moeten gaan.
- Wegwezen. Opkrassen.

Maak dat je wegkomt.
- Bedaar een beetje.

Ze zeiden dat ze mijn ouders waren.
- Ze gaan al weg. Rustig maar.

Ze zeiden dat ze mijn ouders waren,
en ik ken ze niet.

Ik zal je zeggen
wat de dokter gezegd heeft.

Ze heeft tijdelijk geheugenverlies.
Dat gebeurt wel vaker in zo'n geval.

Aangezien haar ouders haar van streek
maken, mag ze ze even niet zien.

Bij jou voelt ze zich
blijkbaar prettig.

Dus gaat ze over 'n paar dagen met jou
mee naar huis. Ze zal vlug herstellen.

Volgende week komt ze weer werken.

De dokters vreesden voor haar leven.

Ze had wel hersenbeschadiging
kunnen hebben.

Ze heeft naar iedereen gevraagd,
vooral naar de tweeling.

Ze vindt het vast fijn
als je 'r opzoekt.

Wij eten hier vandaag. Ga jij
naar het ziekenhuis ? Tot straks.

Mors geen lak op de bedsprei.

Was de kaasburger lekker ?
- is er nog melk ?

Ik haal ze wel.

Iedereen mist je op het werk, zelfs
de tweeling en die geven om niemand.

Hoe voel je je ?
- Gaat wel.

Wil je tv-kijken ?

Ik zet het toestel hier wel.

Als ik maar niet zwanger ben.

Ze is zuur.

Hoe kun jij nu zwanger zijn ?
- Van dr. Norton, wat dacht je ?

Hij was altijd in mijn kamer.
Telkens als ik wakker werd.

Heb je iets met hem gedaan ?

Hoe moet ik dat weten ?
Ik was verdoofd.

Hij kon gewoon zijn gang gaan.

Heeft hij iets gezegd ?
- Waarover dan ?

Of hij iets met je gedaan heeft
of niet.

lK moest een eigen kamer hebben.
Dan genees ik sneller.

In het ziekenhuis of hier ?
- Allebei.

Ik zei
dat we maar een eenkamerflat hadden.

Dat kan dus niet.

Misschien is 't wel beter.

Wou je verhuizen ?

Ik neem 't logeerbed wel,
zoals toen Deirdre hier was.

Vind je 't niet erg ?

Weet je 't zeker ?
- Zeker weten.

Ga je gang, mij om het even.

Kent u 'r nog, dr. Maas ? Pinky Rose.
Ze wil weer komen werken.

Bunweill gaat over 't personeel. Als
er geen plaats is, is er geen plaats.

Maar ze heeft hier al gewerkt.

Ze is echt heel goed, dr. Maas.
Iedereen mocht haar.

Echt waar.

Alles goed met je ?
- Met wie spreek ik ?

Met Millie.

Wat ben je aan 't doen ?
- Niks.

Wil je iets speciaals om te eten ?

Ben je alleen ?
- Tuurlijk. Hoezo ?

Ik dacht gewoon dat ik iemand hoorde.
- Dat klopt ook. Dat was ik.

Tot straks.
- Dag.

Edgar, doe niet zo vervelend.
Ze had je kunnen horen.

Dit was niet zomaar een foutje.

De kans dat ze precies jouw
sofi-nummer verzon, is erg klein.

Ze heeft met opzet
jouw nummer gebruikt.

Ik kende haar toen nog niet eens.
- Niet zo bijdehand.

Ze zei dat ze 't vergeten was
en dat ze er thuis naar zou vragen.

Ze was het vast vergeten en gaf
het mijne. Ze bedoelt 't niet slecht.

Wat is 't probleem ?
Ze is maar 'n kind.

Ik wil geen onregelmatigheden
in de dossiers.

Ik wil niet dat de overheid
de boeken doorneemt.

Ze heeft het met opzet gedaan.
- Ik heb haar nooit vertrouwd.

Ze deed 't niet met opzet.
Ze is gewoon bang voor u.

Ze was bijna dood,
maar niemand geeft erom.

Jullie zijn slecht, zij niet.

Jullie geven alleen om je prikklok,
je geld en je stomme boeken.

Pieker niet meer over dat nummer.
Ik stap op.

Het is een rotbaan en we hebben
ze niet nodig, geen van ons beiden.

Verdomme.

Niet te geloven.

Mijn auto is weg.

Mijn auto is gestolen.
- Bel de politie.

Lammorex ?
- Lammoreaux, L-A-M-M-O-R-E-A-U-X.

Woon jij in de Purple Sage flats ?
- Ja. Hoe weet jij dat ?

Deirdre Block d'r vriendin.
- Dat was m'n flatgenote.

We wilden laatst wat bij jou drinken.
Maar we zijn toen naar Edgar gegaan.

Even kijken. Je auto is
mosterdkleurig. Zoals je jurk, h� ?

Mijn jurk is Engelse mosterd.
Mijn auto is Franse mosterd.

Je hebt geen inschrijvingsbewijs ?
- Dat ligt in de auto, zei ik toch ?

Kan iemand de auto opgehaald hebben ?
- Mijn slaapje rijdt niet en is ziek.

Is dat daar jouw auto niet ?
- Inderdaad. Hoe komt die hier ?

Ik wist hier echt niks van af.

Hier was ik 'm nooit komen zoeken.

Wie zou 'm nu willen ? Vreemd toch ?

Weet je zeker dat 't de jouwe is ?
- Ja, dat is mijn nummerplaat.

Mijn stickers.

De sleutel zit erop.
- We kijken wie er is.

Wie het ook is, dat zal hem berouwen.

Deirdre, jij hier ?
- Waar zat jij ?

Mijn auto is gestolen.

Welnee, hij staat hier.
Die rooie is ermee aangekomen.

Welke rooie ?
- Die pop bij Edgar op de schietbaan.

Dat is Pinky.
- Wie is Pinky ?

Mijn flatgenote.

Zaak opgelost.

Goed zo.

Hoe het doel in de gaten. Pas je arm
aan. Doe maar rustig, op je gemak.

Je weet niet wanneer het afgaat.
Neem je tijd.

Schitterend.

Waarom heb je mijn auto gejat ?

Ik heb hem niet gejat.

Ik heb hem geleend.
- Je hebt niks gevraagd.

Ik vond je niet.
- Gezocht ?

Ik heb hard gezocht.
- Je had 't iemand kunnen zeggen.

Hoe kom je aan de sleutel ?
- Tom heeft me gebracht.

Pinky, ik moest de politie bellen.
Ze wachten op me.

Ze denken dat mijn auto gejat is.

Wachten ze op jou ?
Nou, bof jij even, zeg.

Geef me 'n slok.

Ik ben thuis.

Wil iemand nog een drankje ?
- Graag.

Je hoort te rusten, Pinky.
- Wat denk je dat ik aan 't doen ben ?

Dat mag niet.

Ik heb een gebarbecuede kip gekocht.
Ik maak kip met kaas.

Ik heb het je verteld.
- Ik eet hamburgers met de jongens.

Dat mag niet.

Hoezo, ik mag niet ?
- Ik heb van alles gekocht.

En jij mag niet lang je bed uit.

Ze hebben mijn leven gered.
Ik blijf bij hen als ik wil.

Ik heb 'r toch
uit de slaapkamer gekregen.

Ik wou dat ik nog meer van haar wist,
maar ze is geen leuk gezelschap.

Tja, zo is het leven.

Misschien verhuist ze
en heb ik de flat weer voor mezelf.

De huur betalen is het enige probleem.
Ik vind wel een oplossing.

Je bent toch opgegroeid
in de buurt van Longview in Texas ?

In welk stadje ?
- Het was meer een boerderij.

Was het Quitman ?

Weet ik veel.
Waarom stel je zoveel vragen ?

Weet je nog,
dat oude stel in het ziekenhuis ?

Weet je nog wie dat waren ?
- Weet ik 't ? Ze hadden zich vergist.

Wie ze ook waren, ze logen.

Heb je je sofi-kaart nog gekregen ?
- is dit soms een kruisverhoor ?

Waar stuur je op aan ?

Je hebt mijn sofi-nummer
opgegeven op je documenten.

Wie zegt dat ?
- Dr. Maas en Miss Bunweill.

Ze vergissen zich.

Waarom zou ik nu zoiets doen ?

Ik wil je helpen, Pinky.

Noem me toch niet altijd zo.

Hoe vaak moet ik zeggen dat ik
Mildred heet ? Begrepen ? Mildred.

Edgar valt best wel mee,
maar hij is al oud.

Maar hij maakt me aan het lachen,
in tegenstelling tot dingetje.

Ik denk de laatste tijd
vaak aan m'n ouders.

Aan wie ze waren en wat ze deden.
Misschien kan ik ze ooit opsporen.

Lammoreaux is een ongewone naam.
Het is vast Frans.

Hoe durf je mijn dagboek te lezen ?
Blijf er met je fikken af. Begrepen ?

Wat is er aan de hand ?
- Ik ben bang.

Waarvoor ?

Ik heb naar gedroomd.
- Dromen kunnen je geen kwaad doen.

Mag ik bij jou slapen ?

Tuurlijk.

Waar ga je heen ?
- Ik sluit het licht buiten.

Niks aan de hand, ik ben het maar.
Ik kom eens op bezoek.

Wat doe je hier ?
- Er was niemand om mee te praten.

Wat doen jullie samen in bed ?
Leer je 'r iets nieuws ?

Laat 'r met rust.
- Ik zou 'r niks doen.

Kras op, of ik bel de politie.

De politie ?
- Ik meen 't.

Dat zijn mijn makkers. Als ze wisten
wat er was, kwamen ze met mij vieren.

Want op dit eigenste moment
word ik net vader.

Is Willie aan het bevallen ?
- Ja.

Wie is er bij haar ?
- Niemand.

Hoe bedoel je, niemand ?

Ze is alleen. Ze heeft niemand nodig.
Mij al helemaal niet.

Waarom ga je ?
Ze heeft jou ook niet nodig.

Niemand heeft jou nodig.
- Pinky, blijf jij dan hier.

Willie,
ik breng je naar 't ziekenhuis.

Het is te laat. Haal een dokter.

Pinky, ga naar 't ziekenhuis, haal een
dokter. Breng hem mee. Doe wat ik zeg.

Het komt wel goed, Willie.
Pinky is een dokter gaan halen.

Willie, wat moet ik doen ?
- Schiet op. Haal iets.

Wacht, dan kan ik mijn benen...

Ik weet niet hoe dit moet.

Je moet persen of zo.

Pinky komt zo met de dokter.

Probeer te persen.

Ik denk niet dat ik...

Er komt iets uit. Ademhalen.

Het hoofdje komt eruit.

Wat moet ik doen ?

Het hoofd.

Het komt er niet uit, het is te groot.
Willie, persen, toe dan.

Persen, Willie. Het is te groot.
Je verliest veel bloed, Willie.

Zijn hoofd is te groot. Persen.

Ik kan hem niet halen.

Het is een jongen.

Willie, hij voelt erg koud aan.

Ik geloof dat hij niet ademt.

Hij is ijskoud.

Mijn kindje.

Hij is dood.

Je bent niet gegaan.
Je bent niet gegaan.

Er moet iemand
voor de bestelling tekenen.

Ik haal m'n mam.

Ze komt eraan.

Als u even kunt tekenen.

Vreselijk van de ouwe Edgar.

Het doet ons verdriet.

Ik snap het niet.
Hij was zo handig met wapens.

Je helpt met het eten. Was de
groenten. Veeg 't haar uit je gezicht.

Wil je cola ?
- Dank je, lieverd.

Ik heb net fijn gedroomd. Ik probeer
't me te herinneren. Het lukt niet.

Tijd om naar binnen te gaan, lui.

Die verrekte rok.

Ik lap hem wel weer op voor jou.
Millie, haal mijn naaimand.

Waar is ze ?

Dat weet je best.

En spoel die aardappels af.

Allemaal ?

Allemaal.

Leg ze in de pan.

Deze pan ?

Daar geef ik zelfs geen antwoord op.

Waarom ben je zo gemeen tegen 'r ?